Menopauze/overgang; je gaat het pas zien als je het doorhebt

Vrouwen én artsen weten veel te weinig over de menopauze/overgang. Hierdoor worden vaak verkeerde behandelingen gegeven, waardoor de gezondheid van vrouwen onder druk staat. Gynaecoloog Barbara Havenith vraagt hier aandacht voor. Vandaag haar gastblog.  

Menopauze/overgang; je gaat het pas zien als je het doorhebt (Cruijff) 

Sinds 1996 werk ik als gynaecoloog in Nederland. Vanaf het eerste begin ben ik betrokken geweest bij zorg voor vrouwen in de overgang. Sinds 20 jaar geef ik met grote regelmaat lezingen voor volle zalen van vrouwenverenigingen, die druk worden bezocht. Daar spreek ik dan over alle veranderingen die gepaard gaan met de overgang: lichamelijke veranderingen, verandering in psychische gesteldheid, verandering van levensfase.

Vrouwen weten weinig over het belang van hun hormonen

Het is opvallend hoe weinig vrouwen blijken te weten over de hormonen die hun lichaam besturen en de veranderingen die met hormoonwisselingen gepaard kunnen gaan. Bij deze voorlichtingsavonden is de insteek om vrouwen informatie te geven over deze levensfase, maar ook over wat zij zelf kunnen doen aan het beheersbaar houden van klachten en wat zij kunnen doen om latere gevolgen van de overgang – zoals hart- en vaatziekten en osteoporose – te voorkomen.

We hebben zo veel zelf in de hand!

Binnen het bereik van vrouwen liggen aanpassingen in voeding en leefstijl. Daar praat ik graag over. Kies voor mediterraan met véél groenten: 500 gram per dag. Maar denk ook aan stoppen met roken, minder koffie en alcohol en body-mindtechnieken als mindfulness en yoga. Deze informatie wordt door vrouwen zeer gewaardeerd. Zo kunnen zij zelf welbewust keuzes maken. Goede voorlichting is de sleutel tot vermindering van overgangsklachten en tot preventie van chronische ziekten.

Je gaat het pas zien als je het door hebt

Zo op het oog lijkt het dat er al heel veel informatie over de overgang verkrijgbaar is. Er zijn veel boeken geschreven over het onderwerp en er zijn de nodige websites. Er blijken zelfs meerdere Engelstalige YouTube pagina’s en apps over de overgang te zijn. Maar toch komt het geregeld voor dat vrouwen midden in de overgang mijn spreekuur bezoeken met een scala aan klachten, maar dat zij niet weten dat hun klachten gerelateerd zijn aan de overgang.

Zijn het alleen de vrouwen zelf die zo onwetend zijn?

Artsen trekken vaak verkeerde conclusies

Ook de artsen die vrouwen raadplegen voor hun klachten blijken geregeld de patronen die duiden op overgangsproblematiek niet of onvoldoende te herkennen. Vrouwen hebben te kampen met onregelmatige en hevige bloedingen door hormonale veranderingen, maar dat wordt gezien als een ‘ziekte van de baarmoeder’. Vrouwen hebben last van stemmingswisselingen en kunnen soms wekenlang zwaarmoedig zijn, maar zij worden snel verwezen naar een POH-GGZ (praktijkondersteuner huisarts voor geestelijke gezondheidszorg), of staan na een 7-minuten consult buiten met een recept voor een antidepressivum. Vrouwen hebben hartkloppingen, maar in het 24-uurs hartfilmpje komt er niets uit. Vrouwen hebben allerhande gewrichtspijnen, maar bij het bloedonderzoek worden geen ‘reumafactoren’ aangetroffen.

Artsen weten te weinig over vrouwelijke hormonen

Vrouwen hebben opvliegers, maar krijgen te horen dat ze nog niet in de overgang kunnen zijn omdat ze nog menstrueren, of ‘omdat ze nog te jong zijn’. Vrouwen hebben last van slapeloosheid en energiegebrek en er wordt een burn-out geconstateerd. Inmiddels is bekend dat een substantieel deel van alle ziekteverzuim door vrouwen tussen 40 en 60 jaar veroorzaakt wordt door overgangsklachten en toch registreren bedrijfsartsen het probleem ‘overgang’ nog steeds niet als reden voor verzuim, zo heb ik mij laten vertellen.

“Het gaat vanzelf wel over”

De oplossingen die voor de klachten worden aangedragen getuigen helaas ook niet van grote kennis van hormonale veranderingen. Deze variëren van de eerder genoemde antidepressiva tot slaapmedicatie en van gewoon afwachten, want ‘het gaat van zelf wel over’, tot ‘de pil’. De pil wordt daarbij in veel richtlijnen (zowel die van huisartsen al gynaecologen) beschouwd als de ultieme oplossing voor alle vrouwenkwalen. Daarentegen is de mening van menig professional over hormonen tegen overgangsklachten ongenuanceerd: “Niet aan beginnen, want dat veroorzaakt borstkanker”. Dit is achterhaalde informatie, want een dergelijke mening komt niet overeen met wat gestaafd wordt door wetenschappelijke bewijs.

Weinig interesse in de overgang

Hoe komt het dat artsen blijkbaar weinig affiniteit hebben met het onderwerp overgang? Gebrek aan kennis? Gebrek aan invoelingsvermogen? Gebrek aan gevoel voor urgentie? Gebrek aan tijd? Ik vermoed dat gebrek aan kennis en tijd een belangrijke rol speelt. Uit ervaring weet ik dat veel huisartsen niet zo geïnteresseerd zijn in nascholingen over de overgang. Bij de laatste poging een geaccrediteerde nascholing over de overgang te geven stuurde ik aan 250 huisartsen een uitnodiging, 3 meldden zich aan. Het geven van genuanceerde voorlichting, wat een belangrijk onderdeel is van een menopauzeconsult, schiet erbij in als een consult maar 7 minuten mag duren in de gemiddelde huisartsenpraktijk en maar 15 minuten in de gemiddelde tweedelijns praktijk.

Geen aandacht voor voeding en leefstijl

En dat vind ik een gotspe. Juist door goede voorlichting, dat wil zeggen persoonlijke en op maat gesneden voorlichting van arts of verpleegkundige, krijgen vrouwen de impuls om zelf het heft in handen te nemen wat betreft bevordering van hun gezondheid. Er is genoegzaam bewezen dat er grote effecten zijn van voeding en leefstijl op overgangsklachten. Om dat te kunnen overbrengen zal de hulpverlener eerst zelf de kennis in huis moeten hebben over wat goede voeding en een goede leefstijl behelst. Doch uit eigen ervaring weet ik dat in de opleiding tot arts in het geheel geen aandacht is voor deze onderwerpen. Artsen worden opgeleid in ziekteleer en farmacologie, maar niet in preventie en geven van voorlichting op maat. Dat was niet alleen zo in de tijd dat ik ben opgeleid, ook in de huidige curriculum is er ternauwernood aandacht voor bovengenoemde zaken.

Veel chronische ziektes ontstaan vanaf de overgang

Als een arts of verpleegkundige persoonlijke voorlichting kan geven over deze factoren, beklijft de gegeven informatie veel beter dan door het uitdelen van brochures en het doorgeven van boektitels en websites.
Zo zou een menopauzeconsult kunnen worden tot een echt preventieconsult. Immers 90% van alle hart- en vaatziekten, 80% van alle diabetes 2 en 50% van alle kanker is te voorkomen door de juiste voeding en leefstij,l aldus de WHO. En veel van deze (chronische) ziekten ontstaan tijdens of kort na de overgang.

De hormonale veranderingen die horen bij de overgang beginnen gemiddeld zo’n 10 jaar voor de allerlaatste menstruatie, de menopauze. De gemiddelde Nederlandse vrouw krijgt te kampen met een eerste chronische ziekte vanaf de leeftijd van 41; dat valt samen met het intreden van hormoonveranderingen.

Meer deskundigheid van professionals is nodig

Daarnaast zouden de artsen waarmee vrouwen met overgangsklachten te maken kunnen krijgen, zoals huisartsen, bedrijfsartsen, gynaecologen, cardiologen, reumatologen en psychiaters, goed op te hoogte moeten zijn van de voor- en nadelen van de mogelijke behandeling van ernstige overgangsklachten. Zodat zij vrouwen zodanig kunnen voorlichten dat deze een afgewogen en bewuste keuze kunnen maken. Andere hulpverleners zouden in elk geval moeten leren om overgangsklachten te herkennen. Op tijd verwijzen naar professionals die een uitstekende kennis hebben over overgangsklachten, zoals verpleegkundig overgangsconsulenten, zou de normale gang van zaken moeten zijn.

Belangrijke rol ook voor de overheid

Ook de overheid kan bijdragen aan het verbeteren van zorg rondom de overgang. Allereerst zou een consult bij een verpleegkundig overgangsconsulent opgenomen kunnen worden in de basispolis, nu kennen alleen sommige aanvullende polissen een vergoeding.

Recent is de campagne van start gegaan die Nederlanders moet bewegen om meer groenten te eten. De gemiddelde Nederlandse vrouw eet 110 gram groenten per dag en volgens de normen van het Voedingscentrum moet dat 250 gram zijn. Mediterrane voeding betekent overigens dat er per dag 350-500 gram groenten worden gegeten. Maar zo lang een appel duurder is dan een roze koek, een glas bronwater op een terrasje hetzelfde belast wordt als een glas cola en roken gezien wordt als een vrije keuze, is de keuze voor gezonde voeding en gezond gedrag voor velen lastig te maken. De overheid kan gezonde keuzes sturen door een effectief antirookbeleid, het instellen van een suikertaks en door de BTW op groenten en fruit te verlagen naar 0%.

Een warm pleidooi

Ik pleit voor
• Het verbeteren van kennis bij vrouwen en hun behandelaars.
• Het vergoeden van consulten door verpleegkundig overgangsconsulenten in de basispolis.
• Het verweven van aandacht voor preventie in een consult in verband met overgangsklachten, kortom leefstijl-geneeskunde.
• Een proactief beleid door de overheid.

Laten we dóórkrijgen dat zorg voor de overgang leidt tot toename van gezondheid van vrouwen op korte en lange termijn.

Barbara Havenith