Cholesterol en hartziekte – er is wel een verband, maar anders dan je denkt
Cholesterol. Als we ergens op het verkeerde been zijn gezet als het gaat om onze gezondheid, dan is het hier. Het maakte me boos als ik eraan denk dat 2,1 miljoen Nederlanders cholesterolverlagers slikken terwijl dit voor het overgrote deel waarschijnlijk niet nodig is. Laatst ben ik helemaal woest geworden!
De ondergrens voor het zogenaamde ‘slechte’ LDL wordt voor iedereen verlaagd van 2.5 naar 1.8 waardoor er in één klap een miljoen mensen bijkomen die te horen krijgen dat ze aan de statines moeten, met alle bijwerkingen van dien! Hoe is dit in hemelsnaam mogelijk denk ik dan.
Steeds meer artsen komen in opstand
Tot voor kort werd door veel mensen voor zoete koek geslikt dat het eten van verzadigd vet en cholesterol uit voeding leidt tot een toename van cholesterol in het bloed. Dit zou dan weer leiden tot meer kans op hart- en vaatziekten en overlijden hieraan. Een laag cholesterolgehalte in het bloed werd dus gezien als belangrijk.
De afgelopen jaren zijn er meerdere boeken en veel artikelen verschenen die deze aanname onderuit halen. Zoals boeken van dr. Walter Hartenbach, De Cholesterol Leugen; dr. Uffe Ravnskov, Feiten en fabels over cholesterol; en dr. Malcolm McKendrick, The Great Cholesterol Con.
Gelukkig meldt een artikel in De Volkskrant (1) dat nu ook huisartsen zich beginnen te verzetten tegen de steeds lagere voorgeschreven streefwaarden voor cholesterol in het bloed. Zij zien in dat deze waarden niet gebaseerd zijn op degelijk onderzoek naar het verband tussen cholesterol in voeding, cholesterol in het bloed en mogelijke gevolgen voor de gezondheid. Deze waarden zijn gebaseerd op de verhoging van de winstgevendheid van farmaceutische bedrijven.
Lees hieronder het artikel van Zoë Harcombe
De belangrijkste hormonen in een vrouwenlichaam worden gemaakt van cholesterol. Door het kunstmatig verlagen van het cholesterolgehalte in het bloed maken we het ons lichaam moeilijk om onze hormonen in balans te houden.
Dr. Zoë Harcombe (2), een Britse gezondheidswetenschapper die op wetenschappelijke manier allerlei voedingsmythes doorprikt, deed een flinke duit in het zakje om de mechanismes achter het cholesterol-vet-hartziekteverhaal te ontmaskeren. Ze schreef een artikel genaamd Cholesterol en hartziekte – er is wel een verband, maar anders dan je dacht (3).
Hieronder een ingekorte en enigszins aangepaste weergave van haar verhaal, uit het Engels vertaald. Het is een beetje ingewikkeld maar het leek me belangrijk deze informatie met je te delen. Vooral als je statines gebruikt.
Cholesterol is van vitaal belang…
Het vitale belang van cholesterol voor het menselijke lichaam kan haast niet genoeg worden benadrukt. Als je geen cholesterol in je lichaam zou hebben dan zou je dood zijn. Elke cel in je lichaam wordt omgeven door een membraan (een soort beschermende ‘huid’ rondom elke cel), dat voornamelijk bestaat uit cholesterol, vet en eiwit. Membranen zijn poreuze structuren en geen dichte muren. Ze laten voedingsstoffen en hormonen binnen, terwijl ze afval en gifstoffen buiten de deur houden.
Als de cholesterol uit de celmembranen zou worden gehaald dan zouden de cellen door de interne waterdruk letterlijk uit elkaar knallen. Mensen gaan simpelweg dood zonder cholesterol.
… voor de hormoonproductie en spijsvertering
Het is ook van cruciaal belang voor de hormoonproductie – geslachtshormonen zijn totaal afhankelijk van cholesterol. Dit geldt daardoor ook voor het hele voortplantingssysteem.
Cholesterol is ook van vitaal belang voor de spijsvertering. Het menselijk lichaam gebruikt cholesterol om galzuren aan te maken. Zonder cholesterolrijke galzouten zou het lichaam geen essentiële vetzuren kunnen opnemen en de vetoplosbare vitaminen A, D, E en K. Er zouden ernstige en zelfs levensbedreigende tekorten ontstaan. (Interessant genoeg heeft de natuur ervoor gezorgd dat er cholesterol in bijna elk dierlijk voedingsmiddel zit dat vet bevat.)
… voor hersenen, zenuwstelsel, geheugen
Verder is cholesterol ook nog van vitaal belang voor de hersenen, het centrale zenuwstelsel en de geheugenfuncties (vandaar dat bijwerkingen van statines onder andere zijn: geheugenverlies, verwarring en gewoonweg het gevoel hebben dat je jezelf niet meer bent). Hoewel de hersenen maar 2% van het lichaamsgewicht uitmaken, bevatten ze wel ongeveer 25% van alle cholesterol in het lichaam.
De cruciale verbindingen tussen zenuwuiteinden in het brein, die zorgen voor de geleiding van elektrische impulsen zodat we kunnen bewegen, voelen, denken, leren en onthouden, zijn grotendeels gemaakt van cholesterol.
… voor gezond botten
Ook is cholesterol essentieel voor de botten en voor alle rollen die vitamine D vervult. Vitamine D staat vooral bekend om zijn rol als het gaat om gezonde botten, maar we leren steeds meer over mogelijke andere rollen die vitamine D vervult, zoals bij de psychische gezondheid en immuniteit.
Vitamine D kan via de voeding binnenkomen en – alweer interessant – het is juist te vinden in cholesterolrijke voeding. Daarnaast kan het aangemaakt worden door cholesterol in de huid, samen met zonlicht. Het moderne ‘gezondheidsadvies’ om de zon te vermijden, cholesterolverlagende medicijnen te nemen, cholesterolarm te eten (wat dat dan ook maar mag betekenen) draagt ongetwijfeld bij aan vermijdbare moderne ziekten.
Heb je er wel eens bij stilgestaan waarom we eigenlijk ongeveer een derde van ons leven slapend moeten doorbrengen? Een van de hoofdredenen is dat we het lichaam de tijd moeten geven om cholesterol aan te maken, cellen te repareren en ander noodzakelijk onderhoud te doen. Inderdaad, onze lever maakt cholesterol aan.
Nu weet je ongeveer welke enorm belangrijke functies cholesterol heeft in ons lichaam, maar het belangrijkste om te onthouden is: zonder cholesterol zouden we direct overlijden.
Wat ging er mis?
Hoe kon iets dat van zo groot levensbelang is, te boek komen te staan als de ergste massamoordenaar? Ik denk dat het door drie dingen komt (en dit is niet door mij bedacht, iedereen die de geschiedenis induikt en boeken van Kendrick, Ravnskov en anderen leest kan het bedenken):
- Konijnen
- Ancel Keys
- Geld!
1. Konijnen
In 1913 besloot een Rus genaamd Nikolai Anitschkow om konijnen gezuiverde cholesterol te geven. Hun bloedwaarden voor cholesterol liepen enorm op en in de aderen van de konijnen trad “vaatletsel op dat leek op aderverkalking – arteriosclerose – bij mensen”. Nu had hij natuurlijk direct moeten begrijpen dat konijnen strenge herbivoren zijn, planteneters. Ze eten geen dierlijke producten, terwijl dierlijke voeding de enige bron van cholesterol is.
Konijnen zijn helemaal niet gemaakt om cholesterol of dierlijk vet te kunnen verteren. Je moet dus niet verbaasd zijn als cholesterol of dierlijk vet zich ergens in de arme dieren gaat opstapelen.
Het enige verrassende is dat niemand op het idee kwam om Anitschkow te vragen waarom hij eigenlijk cholesterol en dierlijk vet aan planteneters gaf. Wat trouwens veel minder bekend is, is dat er net zo’n test is gedaan met ratten en honden (omnivoren, alleseters) en dat er bij deze dieren geen schade ontstond na het eten van cholesterol.
2. Ancel Keys
Ancel Keys (1904-2004) deed onderzoek naar de relatie tussen voeding en gezondheid. Een van zijn onderzoeksgebieden was de samenhang tussen voeding en cholesterol. Hij probeerde hierbij een link te vinden tussen cholesterol in voeding en cholesterol in het bloed. Hij was waarschijnlijk op het idee gekomen vanwege het ‘Broer Konijn’-verhaal hierboven.
Hij zette allerlei proeven op, waarbij hij het dieet van zijn menselijke proefpersonen steeds veranderde en zijn bevindingen verschenen in november 1955 in het Journal of Nutrition. Zijn conclusie kwam erop neer dat hij geen verband zag tussen cholesterolinname uit voeding cholesterol in het bloed bij mannen. Hij nam aan dat dit ook zou opgaan voor vrouwen en kinderen.
In 1997 zei Keys het nog stelliger: “Er is geen enkel verband tussen cholesterol in voeding en cholesterol in het bloed. En dat wisten we de hele tijd al. Cholesterol in het eten maakt helemaal niets uit, behalve als je toevallig een kip of een konijn bent.”
Logica…
Als Keys daar nu was gestopt zou het geen probleem zijn, maar hij wilde een verklaring vinden voor hartziekten en daar liet hij zich niet van afhouden. Om de een of andere reden die ik niet kan bedenken richtte hij zich toen op ‘vet’. Het is niet te achterhalen of hij het had over alle vetten of alleen ‘verzadigd vet’, daarover zegt hij niets in zijn vroegere geschriften. Hier een staaltje zuivere logica voor wie dat leuk vindt:
- Alleen dierlijke voeding bevat cholesterol (vlees, eieren, vis, zuivel). Er is GEEN niet-dierlijk voedsel met cholesterol.
- Alle dierlijke voedingsmiddelen bevatten vet – verzadigd en onverzadigd. Soms zit er weinig vet in (o.a. witvis) maar allemaal bevatten ze wel wat vet.
- Als er geen enkele relatie is tussen verhoogde inname van cholesterolrijke voeding en de bloedwaarden van cholesterol, dan kan er ook geen link zijn tussen een grotere inname van dierlijke voeding en bloedcholesterolniveaus, want als je de consumptie van cholesterol wilt verhogen kan dat alleen via dierlijke voeding.
Keys en de Zeven-landenstudie
Keys legde in een artikel uit 1953 een verband tussen hartinfarcten en een teveel aan vet in de voeding en hij baseerde zich hierbij op een tabel die liet zien dat de consumptie van vet voedsel en de sterftecijfers aan hart- en vaatziekten heel gelijk opgingen in zes landen. Later, in zijn Zeven-landenstudie uit 1972 was hij er inmiddels van overtuigd dat het niet om alle soorten vet ging, maar alleen om verzadigd vet.
In zijn boek Feiten en fabels over cholesterol legt Uffe Ravnskov echter uit dat Keys zijn experimenten helemaal niet deed met dierlijk verzadigd vet, maar met geharde (gehydrogeneerde) plantaardige oliën, waardoor deze onverzadigde vetten veranderden in een soort verzadigd, zeer ongezond soort transvet. Dit zorgt inderdaad voor een stijging van cholesterol en voor nadelige effecten.
Keys baseerde zijn conclusies op foute aannames en interpretaties van gegevens; hij liet onderzoeksgegevens weg die hem niet uitkwamen en hij zag oorzakelijke verbanden waar die helemaal niet waren.
Het is, volgens Ravnskov, alsof je vaststelt dat er meer tv’s zijn in landen waar veel mensen overlijden aan hartziekten dan in landen waar dat niet gebeurt en vervolgens concludeert dat deze ziekten dan wel veroorzaakt moeten worden door de tv.
De Zeven-landenstudies van Malcolm Kendrick
Dr. Malcolm Kendrick voerde zelf twee Zeven-landenstudies uit. Hij deed onderzoek op basis van gegevens uit 1998 van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO in zeven landen met de hoogste inname van verzadigd vet (waaronder Nederland en België) en zeven landen met de laagste vetinname.
Hij heeft daarmee inmiddels aangetoond dat er geen enkel verband is tussen verzadigd vet en hartziekte, laat staan een oorzakelijk verband. Maar het leed was al lang geschied: nadat Keys zijn Zeven-landenstudie had gepubliceerd is de hele wereld ervan overtuigd geraakt dat verzadigd vet verantwoordelijk is voor hart- en vaatziekten.
3. Geld – follow the money!
In de film van Robert Redford, All the President’s men, kwam de uitspraak ‘follow the money’ voor. Dit is precies de kern waar alles om draait in de voedingsindustrie, van nationale voedingsinstanties tot en met de voedsel- en farmaceutische industrie en alle mensen daartussenin.
Het bijzondere is dat Ancel Keys betoogde dat consumptie van verzadigde vetten (A) niet op een directe manier hartziekten veroorzaken(C), maar via een verhoogd cholesterol (B). Dus A zou C veroorzaken via B. Echter, om dat idee ook maar enigszins kloppend te krijgen, moeten er verbanden zijn tussen A en B en tussen B en C, maar die zijn er gewoon niet.
Kendrick toont aan dat er geen verband is tussen A en C. Het is onlogisch dat A en B verband met elkaar zouden kunnen houden, omdat vet en cholesterol nu eenmaal in hetzelfde voedsel voorkomen en Kendrick heeft ook in vele studies aangetoond dat B en C geen verband houden. In dit artikel wil ik voor eens en altijd het idee uit de wereld helpen dat er zelfs maar een vaag verband is tussen hoog cholesterol en meer kans op hartziekte. Ik zal zelfs aantonen dat het bewijs eerder in de omgekeerde richting wijst.
Winstgevende farmaceutische industrie – statines
Door cholesterol op deze manier als tussenschakel te zien kon er een hele farmaceutische industrie (en stomme kookboeken) ontstaan die manieren aan de hand deden om cholesterol te verlagen. Het meest lucratieve idee was duidelijk het maken van statines – medicijnen die ervoor moeten zorgen dat het lichaam stopt met het produceren van de cholesterol die het lichaam nu juist aanmaakt omdat het erop gebouwd is.
Het is goed om mensen er even aan te herinneren dat slechts één enkele statine, Lipitor, 125 miljard dollar heeft opgeleverd voor Pfizer sinds 1997.
Commissieleden werden betaald door de farmaceutische industrie
Er staat een zeer verontrustend stukje in het boek The diet delusion van Gary Taubes, waarin hij keek naar een commissie die een verlaging van de streefwaarde voor cholesterol voor de Amerikaanse bevolking goedkeurde. Uit mijn hoofd (het is nogal een dik boek om iets in terug te zoeken!) werden op één na alle commissieleden betaald door farmaceutische bedrijven en er was één persoon die niet wilde dat het streefniveau werd verlaagd. Ik vraag me af wie!
Cholesterol zal ervan beschuldigd blijven worden een massamoordenaar te zijn zolang statines zo winstgevend blijven, of totdat de burgers goed genoeg geïnformeerd zijn en voldoende moed hebben verzameld om nee te zeggen tegen artsen die proberen ze aan deze medicijnen te krijgen.
Even een klein technisch detail
Kendrick vraagt zich in The great cholesterol con af: “Hoe zou het eten van verzadigd vet eten kunnen leiden tot een hoger LDL-niveau? Het is niet alleen biologisch onwaarschijnlijk, het is biologisch gezien onmogelijk. Oei, wat zal ik een kritiek krijgen op deze uitspraak!”
Ik had een afspraak met een biochemicus aan een universiteit om deze uitspraak te bespreken. Helaas was deze biochemicus zo geïndoctrineerd met de ‘vet is slecht’ theorie dat hij gewoon bleef herhalen dat vet eten leidt tot stijging van cholesterol. Ik vroeg hem om uit te leggen via welke biochemische route de vetvertering invloed heeft op cholesterol. Hij zei dat hij niet genoeg van de spijsvertering wist – daarvoor zouden we een diëtist moeten raadplegen.
Toen ik zei dat we 39 gram boter per persoon per week eten in het Verenigd Koninkrijk en ongeveer 1,4 kilo meel en vroeg of hij niet dacht dat het eerder meel zou kunnen zijn dat ons dik en ziek maakt, antwoordde hij dat er maar één druppel arsenicum nodig is om ons te doden. Toen ben ik maar weer weggegaan.
LDL is geen cholesterol! Het is een transportmolecule
Kendrick moet wel gelijk hebben. LDL is helemaal geen cholesterol – het is een ‘low density’ lipoproteïne, een transportmolecule voor cholesterol. Het is een overblijfsel van IDL (‘intermediate density’ lipoproteïne), wat weer een overblijfsel is van VLDL (‘very low density’ lipoproteïne). De bloedwaarde van VLDL is een van de gegevens die bij je cholesteroltest worden gemeten (eigenlijk is het een schatting; het meten van cholesterol gaat eigenlijk heel onwetenschappelijk).
Even kort door de bocht, want het verhaal is eigenlijk erg ingewikkeld: koolhydraten kunnen het niveau van VLDL wel beïnvloeden. Ik kan geen enkele manier bedenken waarop de vetten die we eten dat kunnen doen.
Omdat vet niet wateroplosbaar is, zit het in het spijsverteringsstelsel verpakt in een lipoproteïne. De lipoproteïne waarin vet wordt verpakt is de grootste lipoproteïne – het chylomicron – waarna de verpakte vetten door het lichaam worden vervoerd om de essentiële reparaties te verrichten en onderhoudswerkzaamheden te doen die voorbehouden zijn aan vet. Om de VLDL-productie in de lever te verstoren zouden de vetten in de chylomicrons via de lever moeten gaan, maar die route nemen ze niet!
Van fructose weten we wel dat het direct naar de lever gaat om te worden verwerkt. Zou dat, en andere koolhydraten, invloed kunnen hebben op de VLDL-productie? Ik heb al sterke bewijzen gezien dat het inderdaad zo is.
Hoog cholesterol is geassocieerd met minder overlijden …
In de WHO gegevens die ik hieronder in de diagrammen heb verwerkt is een onderverdeling aangebracht tussen mannen en vrouwen. Ik heb eerst de puntdiagrammen gemaakt voor de gemiddelde cholesterolniveaus en de sterfte aan cardiovasculaire ziekten (CVD). Daarna heb ik ‘r’-score berekend, wat aangeeft of er een relatie is. Een r-score van 0 betekent geen relatie, een score van 1 betekent een perfecte relatie. Een negatieve r-score wordt een omgekeerde of negatieve relatie genoemd. Zo is er bijvoorbeeld waarschijnlijk een negatieve relatie tussen de prijs van concertkaartjes en het aantal gekochte concertkaartjes – minder verkochte kaartjes bij hogere prijzen.
…vooral bij vrouwen!
Uit de r-score voor mannen bleek dat er een zwak verband was van 0.13, maar wel een omgekeerd verband. Het diagram en de correlatie laten zien dat hogere cholesterolwaarden geassocieerd zijn met minder sterfte aan CVD en lagere cholesterolniveaus hangen samen met meer CVD-doden. Bij vrouwen is het verband sterker; de score van 0.52 is significant. Wel is het ook hier een omgekeerd verband.
Bij vrouwen hangt een hoog cholesterol dus significant samen met minder sterfte aan CVD en er is een significante samenhang tussen lagere cholesterolniveaus en meer CVD-sterfte. Ik heb ook r-kwadraat toegevoegd in de tabellen, wat bevestigt dat de r-berekeningen kloppen en het geeft weer hoe sterk het verband is.
Kijk maar eens naar de lijnen die rechts naar beneden lopen en vraag je dan af hoe we ooit hebben kunnen denken dat cholesterol hartziekte veroorzaakt. Hoog cholesterol is geassocieerd met minder hartziekte en andersom. Er is zelfs geen enkel verband tussen hoog cholesterol en meer hartziekte, laat staan dat het een het ander veroorzaakt.
Ik behield de cholesterol-informatie en veranderde de sterftecijfers voor CVD in de sterftecijfers voor alle oorzaken – kanker, hartziekte, diabetes, beroerte – alle sterfte bij elkaar. Hieronder zie je weer de diagrammen voor vrouwen en mannen. Deze keer is er een significant – omgekeerd – verband bij zowel mannen als vrouwen: 0.66 voor mannen en 0.74 voor vrouwen.
Er is dus een significant verband tussen hogere cholesterolniveaus en minder doden en lagere cholesterolniveaus en meer doden bij mannen en voor vrouwen geldt dit zelfs nog sterker.
Twee argumenten weerlegd van aanhangers van de vet/cholesterol/ hartziekte/overlijden-hypothese
Dit is ernstig. Ik heb het laten zien aan een paar academici met wie ik flinke discussies heb gevoerd, want ik wil weten wat mensen denken die de vet/cholesterol/hartziekte/overlijden-hypothese helemaal geloven. (Kendrick vertelt in zijn boek wat er gebeurde toen hij een intelligente collega zijn twee Zeven-landenstudies liet zien; het bewijs werd gewoon direct van tafel geveegd.) Het is zeer nuttig om te weten welke argumenten zullen worden ingebracht door de oppositie voordat je ze uitnodigt. De twee argumenten die ik terugkreeg waren:
1) “Aha, ja – maar dit toont slechts een samenhang aan.”
Oh aha, ja – maar a) we hebben het wereldwijde dieetadvies in 1977-1983 aangepast, gebaseerd op een relatie, een samenhang in de zeven, zorgvuldig en speciaal uitgekozen landen die miraculeus genoeg ineens als oorzakelijk verband werd neergezet, zelfs al was die relatie sowieso helemaal niet bewezen. En b) het is een relatie die omgekeerd is aan wat de hele wereld tegenwoordig voor waar houdt. En c) dat is waar epidemiologie nu juist over zou moeten gaan: stel een relatie vast en onderzoek of er van enige oorzakelijkheid sprake is, of wat je eruit kan leren. Dus: ga uit van een nieuwe paradox, dat hoog cholesterol gerelateerd is aan een lagere kans op overlijden en kijk welk dieetadvies hieruit voortkomt.
2) “Maar dat is het totale cholesterol – het belangrijkst is de verhouding tussen goed en slecht cholesterol.”
Oh nee hè! De chemische formule voor cholesterol is C27H46O. Er is geen goede of slechte versie. HDL en LDL zijn helemaal geen cholesterol, laat staan een goede en een slechte vorm. Het zijn lipoproteïnen – zie hierboven – en ze vervoeren cholesterol, triglyceriden, fosfolipiden en eiwitten. Denk je dat taxi’s mensen zijn? Of denk je dat het vervoersmiddelen zijn voor mensen (en huisdieren en bagage en verse lucht en andere dingen)?
Terug naar de zorgwekkende zaken. Waarom verlagen we cholesterol als een lager cholesterol gerelateerd is aan grotere kans op overlijden door hartziekten en door alle oorzaken, voor zowel mannen als vrouwen?
De eed van Hippocrates schrijft allereerst voor om geen schade toe te brengen. Toch?
Als verzadigd vet echt zou leiden tot hoger cholesterol…. dan zou dat levens kunnen redden!
Dit alles betekent dat, hoewel verzadigd vet niets te maken heeft met cholesterol, het eigenlijk helemaal niet uitmaakt. Want ook al zou het er wel mee te maken hebben dan heeft cholesterol juist een omgekeerde relatie met CVD-sterfte: hoe meer cholesterol, hoe lager de sterfte aan hartziekten. Als vet wel zou zorgen voor stijging van cholesterol, zoals de volksgezondheidsinstanties graag beweren, dan zou het levens kunnen redden!
Onthoud dat ik altijd heel zorgvuldig ben in wat ik zeg op dit gebied en ik zal nooit direct de stap maken van samenhang of relatie naar oorzakelijk verband. Er kan iemand in bad zitten te zingen – als we dit heel vaak zien kunnen we beweren dat er een verband is tussen in bad zitten en zingen. We kunnen echter niet zeggen dat in bad zitten zingen veroorzaakt of dat zingen ertoe leidt dat je een bad gaat nemen.
Het voedingsadvies in de VS werd in 1977 aangepast en in 1983 volgde Groot-Brittannië vanwege een vooringenomen onderzoek onder zeven speciaal geselecteerde landen.
Als de gegevens voorhanden waren geweest voor de 192 landen die we nu allemaal kunnen analyseren, of als Keys gewoon alle gegevens had gebruikt die hij tot zijn beschikking had (voor Frankrijk etc.) dan zou onze conclusie misschien geweest zijn dat we de cholesterolniveaus in het lichaam moeten beschermen.
We hadden ons misschien gerealiseerd dat verlagen van cholesterol het laatste is wat we moeten doen – behalve als we om de een of andere reden graag onze levensverwachting naar beneden willen halen.
Een familiair/erfelijk te hoog cholesterol is een gecompliceerder verhaal. Dit is doorgaans niet met voeding op te lossen helaas. Medicijnen zijn dan soms nodig. Maar is dit bij jou niet het geval, dan heb je met voeding en leefstijl hier zeker een positieve invloed op.
Als je dit artikel waardevol vindt voor je gezondheid en vitaliteit help mij dan dit te verspreiden door het te delen met andere vrouwen. Dit kan o.a. door middel van de social media knoppen. Ik vind het altijd fijn als je een reactie achterlaat. Wat adviseert jouw huisarts bij een te hoog cholesterol?
Bronnen
2 http://www.zoeharcombe.com/about-2/